Introductie
Hier kunt u een beknopte historie van de provincie Groningen lezen: over het ontstaan van wierden, de introductie van het Christendom in
de Middeleeuwen, de opkomst van het Humanisme, de Verlichting en het Calvinisme, de Gouden Eeuw, het industriële tijdperk, de roerige eerste helft van
de 20e eeuw waarin zo veel gebeurde en uiteraard de huidige tijd en de decennia die er aan vooraf gingen. Denk aan de gaswinning en de verdere economische
ontwikkeling van de provincie. Als leidraad heb ik de ooit op RTV Noord uitgezonden achtdelige tv-serie 'Verleden van Groningen' genomen. Hier op deze pagina kunt u hoofdstuk één doornemen.
Onderaan kunt u verder lezen bij het volgende hoofdstuk of één van de andere tijdperken aanklikken en bestuderen. Wat de historie betreft ook zeer
interessant zijn de
beschermde dorpsgezichten van Noord Groningen. Die vertellen ook allemaal
een verhaal over een bepaald tijdperk.
Deel 1: Groningen in de vroege tijd
Heel lang geleden was het gebied dat nu Groningen heet bedekt onder een dikke laag ijs. IJstijden komen en gaan nu eenmaal hier op een aarde.
Ongeveer 11000 jaar geleden eindigde de laatste ijstijd. Dat betekende niet alleen het verdwijnen van het ijs maar ook dat door de zeespiegelstijging
de huidige Noordzee gevuld werd met water. Die stond daarvoor in ieder geval deels droog.
De mensen die hier uiteindelijk terechtkwamen waren rendierjagers die leefden van de jacht. In de loop der duizenden jaren kwam men erachter
dat je ook gewassen kon verbouwen en werd het jagersbestaan langzamerhand ingeruild voor het leven als boer. Dat gold aanvankelijk met name voor de zuidelijk
gelegen zandgronden van de huidige provincie. De noordelijke streken werden gedomineerd door de natuur, een gebied waar nog nauwelijks dijken waren en waar het water
zo het land in kon stromen. Langs de lager gelegen zijkanten van de Hondsrug bleef regenwater staan en daar begon veen te groeien. Die veengebieden zijn ook
in Groningen te vinden maar niet in het noorden waar sprake is van zeeklei.
Wierdenland
Uiteraard bestaat er nauwelijks overlevering op schrift uit deze periode. De eerste beschrijving komt van Plinius de Oudere, een Romein die
in 47 na Christus een reis maakte langs deze noordelijke kusten en vond daar zijn inziens een primitief bestaan op de
Groningse wierden. In die tijd had men in de
wereldstad Rome en andere delen van het Romeinse Tijk al riolering en luchtverwarming. Echter: na archeologisch onderzoek aan het begin van de 20e eeuw
op de wierde van Ezinge bleek dat het hier helemaal niet ging om een armzalig volk maar juist om rijke boeren. Men trof boerderijen aan met stallen tot wel 80 koeien.
De wierdebewoners verkochten koeien en huiden aan Romeinse handelaren en kochten zelf luxe goederen terug. Mensen uit deze streken deden ook dienst in
het Romeinse leger.
Vanaf de 6e eeuw voor Christus kwam het zeewater steeds vaker het kustgebied binnen. Klimaatverandering zou een mogelijkheid kunnen zijn.
De kwelderbewoners wierpen daardoor steeds meer heuvels - in Groningen dus wierden genaamd - op zoals die van
Ezinge,
Winsum en
Warffum.
Men kon zodoende een toevlucht zoeken voor hoog water en dat gold niet voor de mensen maar ook voor het vee. Binnen een paar eeuwen zijn er zodoende
tal van wierden in de noordelijke kuststroken gebouwd. In het net genoemde Ezinge kunt u Museum Wierdenland bezichtigen dat dit deel van de geschiedenis verder
uitdiept. Het hoogtepunt (qua aantal) werd bereikt zo aan het begint van de jaartelling.
De bloeiperiode van de wierden eindigde na de Val van Rome. Vele mensen kwamen op drift tijdens de Grote Volksverhuizing (tussen de 4e en 6e eeuw na Christus)
en mengden zich zodoende met de huidige wierdebewoners. Een 'heidens ritueel' als het verbranden van de doden verdween langzamerhand en
dat werd ingewisseld voor het begraven van overledenen.